Rond 4 mei en de daarmee gepaard gaande dodenherdenking kreeg Plouf nogal wat plechtigheden te verduren. Daar waar zij zes jaar geleden als vrolijke pup zorgeloos door het gras en het water rolde, moet zij als hulphond toch vaak wat serieuzer zijn. Het gaat haar goed af. Inmiddels weet ze dat ieder ceremonieel en iedere verplichting worden beloond met veel zwemplezier. Daarmee maak je voor haar alles weer goed.
Plouf is een rustige hond. Ze is gehoorzaam, volgzaam en sensitief. Gehoorzaam is ze overigens niet altijd geweest. De trainer van haar puppycursus schilderde haar af als het meest hopeloze geval ooit. Plouf is spierwit, wollig, knuffelbaar en heeft een ontzettend hoog aaibaarheidsgehalte. Ondanks het dekje met daarop de teksten ‘ASSISTENTIEHOND’ en ‘NIET AFLEIDEN’ kunnen veel mensen toch niet van haar afblijven. Ze vindt het wel prima. De aandacht belet haar niet om haar werk onverstoorbaar doen. Op deze 4 mei vroeg koning Willem-Alexander zelfs of hij haar wel mocht aaien, volledig bewust van de betekenis van het dekje.
In het kader van de nationale dodenherdenking, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, mocht ik onze koning, koningin, minister-president en vele genodigden toespreken. Ik werd vergezeld door mijn broer Mark, die mij langer kent dan wie dan ook, en door golden retriever Plouf. Plouf was onrustig. Ze voelde aan hoe beladen het moment was. Ze is weliswaar opgeleid om dat te voelen, maar het zit ook in haar. Altijd al. Tijdens een herdenking tref je veel mensen die toch iets te verwerken hebben, en zij merkt dat. Ze zou iedereen willen troosten op zo’n dag. Je ziet dan haar twijfels maar uiteindelijk ligt haar prioriteit toch bij mij. Tijdens de uren die werden gespendeerd aan repeteren in de kerk, keek ze voortdurend om zich heen, waarbij haar koppie helemaal vol werd gestouwd met emoties.
Wat ik verteld heb aan al die genodigden, ging weliswaar over mijn eigen ervaringen, maar tegelijkertijd, en misschien wel vooral, was het van toepassing op alle veteranen. In Nederland zijn dat er inmiddels 100.000. Deze vrouwen en mannen, in welke rang en functie ook, hebben bewust risico’s aanvaard om, overal ter wereld, de vrede en vrijheid die wij vandaag kennen, ten koste van alles te verdedigen.
Er werd prachtige muziek gespeeld, ook tijdens mijn getuigenis. Op het moment dat het mijn beurt was om op te staan en live op televisie te verschijnen, stond Plouf ook op. De koning, de koningin, de voorzitter van de Eerste Kamer en de minister-president zaten pal tegenover mij, en Plouf keek ze recht in de ogen. Ik ook. Op dat moment kon ik uitleggen waarom ik altijd word vergezeld door een hond terwijl er ogenschijnlijk niets aan de hand is met mij. Ik stond op en sprak.
‘Naast mij staat een hulphond. Dag en nacht. Overal. Deze hond, Plouf, maakt het onzichtbare zichtbaar. Rwanda, Angola, Liberia, de Balkan, Ivoorkust, Burundi. Plouf is daar nooit geweest. Ik wel, trots, voor ons aller vrede en veiligheid. Op een dag als vandaag denk ik aan de kameraden uit die missiegebieden. Ik eer degenen die alles over hadden voor onze vrede. Zij waren graag, net als ik, de rest van hun leven afhankelijk geweest van een hulphond. De rest van hún leven hield daar echter op’.
Plouf bleef zich richten op de aanwezigen zolang ik aan het woord was. Daarna gleden de spanning en de emotie van mij af. Plouf kwam even controleren of het goed was met me, voelde aan mijn handen, en ging toen liggen. Nu kon ze zelf ook eindelijk een momentje van rust nemen.
We waren vervolgens te gast op de Dam, tijdens de twee minuten stilte en de kransleggingen. Ik heb bijzonder veel respect voor degenen die op de Dam stonden, of ze nu toehoorders waren of genodigden, of ze nu een krans legden of stil stonden voor de bloemen. Zestig veteranen lieten zien hoe veerkrachtig ze zijn, ondanks alles, zelfs jaren na hun missies. Twee daarvan stonden er met een hulphond. De Erecouloir die zij vormden en waar ik vorig jaar zelf in stond, voelde als een vredesreis door de wereld.
De woorden van ceremoniemeester Jos Coumans en bijzondere sprekers en ooggetuigen, sneden door mij heen. Het regende lichtjes en Plouf genoot van deze koelte. Twee minuten stilte zijn zo weinig vergeleken bij wat onbekende helden sinds het uitbreken van de tweede wereldoorlog tot op vandaag hebben gegeven. Ook vandaag dienen mannen en vrouwen van onze krijgsmacht die vrede die ons zo lief is, tijdens missies en tijdens oefeningen met onze bondgenoten. Terwijl we langs de bloemen en kransen liepen, wilde Plouf vooral ruiken aan de bloemen. Ze houdt van geuren.
Na afloop van de plechtigheid op de Dam mocht ik met onze koning, koningin en minister-president spreken, rustig, op ons gemak, in de Koninklijke Industrieele Groote Club, zonder echte tijdsdruk. Het koningspaar was zowel geïnformeerd als geïnteresseerd. Het ging deels over Plouf, maar vooral over wederzijds respect, over herinnering en over dat waar onze krijgsmacht voor staat: die vrijheid die wij als vanzelfsprekend ervaren maar die dat niet altijd was. Mark Rutte was informeel zoals hij vaak weet te zijn, net als vorig jaar toen hij bij wijze van groet zijn hand naar mij opstak terwijl Plouf en ik naast de koning en koningin stonden.
Zanger Flemming, als ambassadeur voor de vrijheid, kwam binnen en dook op Plouf af. Hij schrok even van het dekje, respect tonend aan haar functie, maar even later was het fijn om ze te zien knuffelen samen. Dat gold ook voor zanger Claude, één van de medesprekers in de kerk.
Op deze dag was Plouf wederom ambassadrice van die veteranen die niet geheel ongeschonden zijn teruggekeerd van missies in verre landen. Er komen nog meer media-uitingen aan. Haar instagram-account kreeg onlangs een flinke boost. En vorige maand werden Plouf en ik uitgebreid geïnterviewd en gefilmd door Gijs Wanders. Die reportage wordt nog uitgezonden. Plouf zal ook aanwezig zijn tijdens de Veteranendag in Den Haag eind juni. Naast al dat zwemmen, spelen en op mij passen moet deze Bultersmekke hulphond toch af en toe nog representatieve taken op zich nemen. Eerlijk gezegd, ze leidt beslist geen hondenleven. En of ze voor anderen wel of geen VIP is maakt niet zoveel uit. Voor mij is ze het sowieso.
Foto’s: Martijn Beekman, Birthe Kulik, Chantal van de Looi, Royan van Velse