Plouf is best vaak onderweg, soms over lange afstanden, wat regelmatiger over kortere. De beschrijving ‘reishond’ past dan ook nog steeds bij haar. Ze is pas in zeven landen geweest. Dat lijkt niet zo veel, maar dat komt doordat we iedere zomer graag naar dezelfde plek in Frankrijk terugkeren.
Onlangs verschenen er een tweetal reportages die in gang zijn gezet door Gijs Wanders en de stichting Onbekende Helden. Naast verschillende collega’s mochten ook Plouf en ik daar een rol in spelen. De ruim zestien minuten durende film en het artikel maakten veel (positieve) reacties los binnen mijn netwerk. Er kwamen ook veel vragen over de beperkingen waar je mee te maken krijgt wanneer je een hulphond hebt, en over de beperkingen van de hond zelf.
Beperking of verrijking
Laat ik voorop stellen: Plouf is voor mij geen beperking maar een verrijking. Daar waar ik eerst last had van restricties door PTSS, heft zij die voor een deel op. Een hond als deze verdient alle lof. In de Netflix-documentaire ‘Inside the mind of a dog’ wordt getoond hoe intelligent en sensitief honden zijn, en hoe dit ten dienste van de mens kan worden ingezet. Het bijzondere is evenwel dat lang niet iedereen positief reageert op de aanwezigheid van een hulphond. Sommige mensen reageren vanuit hun eigen ik of de functie die zij vervullen helaas negatief en zelfs weleens agressief. Dat zijn mensen die menen dat zij op persoonlijke titel de relatieve vrijheid die de hond geeft, toch weer in moeten perken.
In de wet is gelukkig veel vastgelegd over de rechten van hulphonden. Diverse VN en EU-verdragen voor de rechten van de mens, de wet voor de gelijke behandeling van gehandicapten en chronisch zieken, de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) en zelfs art. 429quater van het Wetboek van Strafrecht zijn daar voorbeelden van. Als bezitter van een hulphond ben je echter geen handhaver en blijkt het soms lastig om je recht te doen gelden.
Openbare gelegenheden
Plouf en ik zijn gelukkig nog nooit geweigerd in een museum, niet in Nederland en niet in het buitenland. De mensen die daar werken zijn professionals en goed opgeleid. Wel wordt er af en toe gevraagd naar een ID-kaart van de hulphond. Dat vind ik terecht. We zijn nog nooit geweigerd in een vliegtuig. We vliegen veel met Transavia en dat loopt altijd erg soepel. Maar ook daar geldt dat de papieren wel in orde moeten zijn. Dat is wederom terecht.
Bij restaurants geef ik tijdens de reservering altijd aan dat er een hulphond meekomt. Dat is nooit een probleem geweest. Ook niet in restaurants met een Michelinster. Spontaan een restaurant binnenlopen is soms wat moeilijker. In de hoofdstad zijn we al een paar keer geweigerd. Na uitleg was het argument dan keer op keer dat het personeel natuurlijk weet dat hulphonden niet geweigerd mogen worden, maar dat enkel kleine hulphonden die op schoot passen worden geaccepteerd. Dit is in strijd met de (horeca) Hygiënecode van 2016. Het gebeurde onder andere een keer op het Rembrandtplein. Terwijl ik teleurgesteld wegliep kwam een medewerkster van het restaurant ernaast naar me toe. Ze had het gesprek opgevangen en vertelde me dat ik bij haar meer dan welkom was met een hulphond. Toen we dankbaar plaats namen aan tafel stond er binnen een minuut een bak met water klaar voor Plouf.
Een erg vervelend geval was dat van een boa die van mening was dat hij boven de APV stond. Hij bleef argumenteren dat Plouf niet welkom was in een openbaar park. Er zijn een paar dagen later weliswaar excuses gemaakt, maar op zo’n moment is het erg frustrerend. Of bij het Amsterdamse Victoria hotel, waar duidelijk werd gemaakt dat mijn gast en ik welkom waren, maar de hulphond niet. Toen ik dreigde met het inschakelen van politie die toevallig net voorbijkwam, haalde de man bakzeil en luidde zijn antwoord ‘voor deze ene keer’. Of het geval van een man op het strand die niet van honden hield en vond dat ik maar ergens anders moest gaan liggen en zwemmen. De opzichter van het gebied wist dat ik met de hond op het strand was. Ik bel hem altijd tevoren om dit soort gedoe met andere gasten te voorkomen. Ik stond in mijn recht en ik heb met het nodige geduld deze onaardige man toch nog vriendelijk uitgelegd dat Plouf een hulphond is, die zeer herkenbaar is aan haar hesje. Hij antwoordde dat hij het maar onzin vond. Toen meer mensen zich ermee gingen bemoeien, ben ik vertrokken.
Rechtvaardigen
Openbaar vervoer, de lift in een openbaar gebouw … het zijn plekken waar bepaalde mensen vinden dat ze hun ongezouten mening moeten geven over een hulphond. Soms vragen ze je om ergens anders te gaan zitten of staan. Vaak, heel vaak, ben je jezelf aan het rechtvaardigen. Het vervelende is dat het iedere dag wel een keer gebeurt, of zelfs vaker op een dag. Heel vaak gaat het goed gelukkig. Dat mag ook gezegd worden. In de supermarkt heb ik nog nooit last gehad van verwijten. Ik krijg weleens een vraag, er is soms een bedenkelijke blik, maar nooit een weigering of een vervelende opmerking. Ook als ik ga sporten is Plouf bij me. En iedereen op de sportclub vindt het mooi.
Daarnaast wordt mij iedere dag wel opnieuw gevraagd waarom ik een hulphond heb. Het is vaak uit interesse. Ik heb inmiddels geleerd om zonder enig gevoel te vertellen dat Plouf een PTSS-hond is, een veteranenhond, een traumahond. Dat mensen die je niet kent daarna doorvragen is niet heel netjes. Waar bemoeien ze zich mee? Velen hebben ook een mening klaar, een advies of zelfs een therapie voorhanden. Gebeurt dit af en toe, dan is dat nog wel te behappen. Maar, zonder gekkigheid, het gebeurt weleens tot twintig keer per dag. Het resultaat ervan is dat je wat beperkter wordt in je vrijheid, omdat je er steeds vaker voor kiest om niet op pad te gaan om die blikken en vragen te voorkomen. Bij mijn vorige werkgever hadden we er iets moois op bedacht. Op kantoor droeg Plouf geen hulphonddekje. Alle collega’s wisten wat haar rol was, zijzelf ook, en de vele bezoekers dachten dat ze de kantoorhond was.
Plasangst
Eén van de angsten van een hulphondbezitter is toch wel dat het dier op enig moment moet plassen, en het dan ook spontaan doet. Je hebt niet alles in de hand. Plouf heeft dat nooit in een gebouw gedaan gelukkig. De eerste keer dat ik met haar naar een museum ging hield ik mijn hart vast. We bezochten het Rijksmuseum in Amsterdam. Ik raakte in gesprek met een suppoost die me complimenteerde over het gedrag van Plouf. Ik gaf hem toe dat mijn grootste vrees was dat ze zou plassen op de mooie vloer. Ik heb dan ook altijd doekjes bij me voor het geval dat. Hij lachte het weg en vertelde mij iets heel moois. ‘Dan haal ik gewoon een dweil en ruim ik het op’, was zijn antwoord. Prachtig!
Ik heb het wel anders meegemaakt. Onlangs werd mij bij een overheidsgebouw waar ik aan het werk was, verteld dat een hulphond niet mocht plassen op een enorm grasveld. In een prachtig aangelegde tuin als die van Paleis Het Loo of een historisch park als bij het Château van Versailles, was dat niet eens onderwerp van discussie. Een opruimplicht van hondenpoep vind ik overigens wel terecht, voor zover degene die een hulphond heeft dat ook zelf kan doen. Dat is namelijk niet altijd het geval.
Het lijkt soms op pesten, en het is nog strafbaar ook. Ik ben best mondig, maar het is op den duur erg vermoeiend om telkens weer in de verdediging te moeten schieten omdat je met een hulphond loopt. Het moment dat ik een keer aangifte doe wegens discriminatie komt helaas steeds dichterbij. Plouf heeft meerdere malen ten overstaan van het hele land naast de koning en de koningin gestaan. Die vinden dat goed, leuk zelfs. Wat halen al die andere mensen zich in het hoofd?
Puppy-ogen
Gelukkig gaat het vaker goed dan fout. Veel mensen willen Plouf zelfs aaien. Het zijn echter de keren dat je jezelf moet rechtvaardigen die de meeste energie kosten. Plouf zelf merkt niet zo veel van het soms stijlloze gedrag van mensen. Ze is altijd samen met mij en op dat soort momenten scherm ik haar af. De aanval komt af en toe uit een onverwachte hoek. Maar zolang de wet ons beschermt en de meeste mensen leuk, lief en positief op haar en ons reageren, blijven we samen ontdekken en reizen.
Daarbij houd ik wel rekening met háár beperkingen, want die zijn er. Zo houdt ze niet van warmte en ook niet van hard lawaai. Wandelen vindt ze fijn, maar niet urenlang. Ze heeft af en toe een momentje van rust nodig. En wanneer we noodgedwongen lang onderweg zijn, houden we regelmatig een pauze. Daarnaast wil ze vooral zwemmen, zodra het maar mogelijk is. Ze wil dan even gewoon hond zijn, en niet altijd in de rol van de alerte hulphond zitten. Een hond is geen machine en met de band die wij samen hebben, is het geven en nemen.
Haar eigen beperkingen respecteer ik. Dat anderen haar en mij onrechtmatig proberen te beperken in haar werk, snap ik niet. Wees eerlijk, als je naar die zwarte puppy-ogen met die witte wimpers kijkt, hoe haal je het dan in je hoofd om, los van wat er in de wet staat, haar ook maar iets te weigeren?